dinsdag 22 november 2016

Wat men met een kardoen kan doen

Op het tuintjes-complex waar ik mijn postzegeltje (40m2) duurzame voedselproductie beoefen, teelt iedereen biologisch. Dat is daar verplicht. In heel veel van die biologische tuintjes zie je een prachtige, rijzige plant staan met grijsgroen, diep geveerd blad. In de zomer komen er mooie paarse bloemen aan, die zeer geliefd zijn bij bijen en hommels.
Dat is de kardoen.
De kardoen is een zg. Vergeten Groente en vermoedelijk is dat de reden dat je 'm zo veel ziet. De mensen die biologische tuintjes hebben, zijn vaak ook de mensen die de slowfood-beweging een warm hart toedragen, die voorstander zijn van seizoensgroente en biodiversiteit en niet zelden zien zij zich ook als mede-beheerders van de genenbank die ons voedsel produceert. Vergeten groente? Planten die hap!
Zelf ben ik ook zo iemand, dus ik heb 'm ook staan. Altijd als ik op mijn tuintje kom, geeft hij me een warm gevoel. Wat een mooie plant! En wij ontrukken, met z'n allen, deze fraaie groente toch maar mooi aan de vergetelheid!
Maar na een paar jaar gaat het toch knagen: ik hebt een grote groente staan en ik knaag er niet aan.
Hoe eet je dit ding?
Experimenteren maar!
Op het web zijn wel wat kardoen-recepten te vinden, maar die zijn lang niet allemaal toegesneden op een vegetarische levensstijl, of moeilijk te maken, of niet zo lekker.
Daarom hieronder een paar makkelijke, snelle eigen recepten.
Maar eerst: hoe oogst je een kardoen?
De vraag hoe laat zich eigenlijk vooral vertalen naar de vraag: wanneer?
Welnu, de kardoen is een wintergroente. Je hoort wel eens dat je kardoenen moet bleken, maar dat is helemaal niet nodig. Wat je moet doen is: oogsten van november tot maart. In die periode heeft-ie een heerlijke artisjokken-smaak, wat niet zo vreemd is want hij is familie van de artisjok. Zéér naaste familie. Eigenlijk verdenk ik hem ervan gewoon een artisjok te zijn.
In de zomer smaakt het ding ook naar artisjok, maar dat proef je nauwelijks want dan is hij nogal bitter.
Dus: hele zomer laten staan, energie laten verzamelen, aan het eind van de zomer al het blad afsnijden of gewoon wachten tot het afsterft, en dan in de winter de nieuwe groei eten. Je trekt of snijdt er een paar mooie grote bladeren af, liefst de licht-grijze want die zijn het jongst en dus het smakelijkst.
Binnen twee dagen opeten, want het spul wordt snel slap en bruin.
Maar hoe eet je dan een kardoen?
Wat je eet zijn de blad-ribben. De rest van het blad gaat op de composthoop, of gewoon in de tuin als mulch, want de kardoen is niet alleen een groente en een hommelmagneet maar ook nog een bio-accumulator, dat wil zeggen een diep wortelende plant die voedingsstoffen uit de grond naar boven haalt en opslaat in bijvoorbeeld zijn blad. Blad op de grond = goed voor de bodem.
Je snijdt de zijkant van de bladribben af, daar zitten vaak zachte stekels aan want de kardoen is familie van de distel. Meer naar boven toe houden de stekels op en begint het eigenlijke blad. Dat snijd je dus ook weg. Nu houd je een dikke, bleekselderij-achtige stengel over. Die wordt heel snel bruin, wat geen invloed heeft op de smaak maar als je geen vies-bruin kleurtje wilt, leg je de stengel in water waaraan wat citroensap of azijn is toegevoegd.
De bladribbe heeft lange, vezelige draden waar je geen last van hebt als je 'm in heel dunne plakjes snijdt, pak 'm beet een halve centimeter of minder. Ikzelf snijd meestal de bladribbe eerst over de lengte in drie of vier slierten, en die slierten gaan dan in de hierboven genoemde dunne plakjes. Dan houd je dus heel kleine stukjes over.

Met die kleine stukjes maken wij vervolgens:
1. risotto met wortel en kardoen
ingrediënten:
250gr risottorijst
3 bladeren kardoen
1 kleine winterwortel
1 ui, fijn gesneden
1 teentje knoflook, zeer fijn gesneden
1 l bouillon
scheut witte wijn
tijm en peper naar smaak
100 gr parmezaanse kaas, vers geraspt
Olijfolie

bereiding:
snijd de kardoen in kleine stukjes, zoals hierboven beschreven. Ga ik niet opnieuw uitleggen.
Snijd de wortel over de lengte in vieren, daarna in dunne plakken.
Fruit de ui in de olijfolie, voeg vrij snel de wortel en de helft van de tijm toe.
Bak al roerend tot de wortel iets zachter begint te worden.
Voeg knoflook en kardoen toe, bak nog een minuut en voeg de risottorijst toe.
Als de rijstkorrels min of meer warm zijn, voeg je eerst de witte wijn toe. Blijf roeren tot de wijn geheel is opgenomen/ verdampt. Voeg dan, lepel voor lepel, de bouillon toe. Steeds wachten tot de bouillon is opgenomen voor je een nieuwe lepel toevoegt en blijven roeren, anders bakt de zaak aan.
Als de rijst min of meer gaar is voeg je de rest van de tijm, de peper en de parmezaanse kaas toe. Nog even goed doorroeren en smakelijk eten!

2. Penne met kardoen-roomsaus
ingrediënten:
300 gr. penne (of andere pasta als dat je voorkeur heeft)
4 bladen kardoen
250ml bouillon
1 ui, fijn gesneden
2 teentjes knoflook, zeer fijn gesneden
125ml creme fraiche
2 eetlepels peterselie (of, als je net als ik te lui bent om steeds weer peterselie te planten en dus liever vaste planten gebruikt: loof van de Aardkastanje (Bunium bulbocastanum))
olijfolie
Zout en peper naar smaak
100 gr parmezaanse kaas, in snippers

Snijd de kardoen in kleine stukjes als hierboven beschreven.
Breng de bouillon aan de kook en doe de kardoen hierin.
Kook de pasta zoals op de verpakking beschreven staat.
Fruit ui en knoflook. Als de ui glazig wordt, schep je met een schuimspaan de kardoen uit de bouillon en voegt hem toe aan de ui en knoflook.
Voeg de creme fraiche toe en draai het vuur zacht. Als de saus te droog wordt, voeg je wat van het kookvocht van de kardoen toe.
Als de penne gaar zijn, giet je ze af. Dan roer je de saus en de peterselie erdoor, evenals zout en peper. Op borden scheppen en bestrooien met snippers parmezaanse kaas.

Zoals u ziet, twee Italiaans aandoende recepten. De kardoen is afkomstig uit Italië, vandaar.
Succes ermee!