woensdag 9 mei 2012

De ruwe tanden van de lente

Duurzaamheid – het wil maar geen trend worden. Een van de redenen daarvoor is, vermoed ik, gelegen in het feit dat het woord op teveel verschillende vlaggetjes staat. Vlaggetjes waarachter heel verschillende colonnes marcheren, op heel verschillende marsmuziek en in heel verschillende uniformen, en uiteindelijk zelfs in heel verschillende richtingen.
Daar is bijvoorbeeld de colonne der doemdenkers, een luidruchtige phalanx die niet aflaat ons te wijzen op de aanstaande gevaren van Peak Oil, klimaatverandering, de schier leeggeviste oceanen met hun dead zones en plastic-afval-eilanden, de dreigende tekorten aan zoet water en zeldzame aardmetalen en – nou ja, elke doemdenker heeft zo zijn eigen doemscenario (de in de jaren '80 zo populaire kernoorlog maakt in deze kringen een verrassende comeback, meestal als 'uit de hand gelopen conflict tussen India en China om drinkwater'. Dit scenario lijkt overigens te veronderstellen dat niet-blanken op het suicidale af irrationeel zijn en niet in aanraking zouden mogen komen met gevaarlijke technologie. Er bevindt zich een kleine maar buitengewoon onfrisse brigade in de colonne der doemdenkers.)
In een aan de doemdenkers radicaal tegengestelde richting marcheren de 'Bright Greens', die liever nadenken over oplossingen dan over problemen. Die oplossingen moeten doorgaans komen van de technologie: verbeterde zonnecellen, elektrische auto's, gentechnologie, bio-engineering en natuurlijk de panacee die al decennia lang bijna binnen handbereik is: de koude kernfusie. Ook wordt er veel verwacht van computers: Smart Dit en Smart Dat zullen het verschil moeten maken.
De enige min of meer groene partij die ons land arm is, heeft zich stevig midden in dit kamp gepositioneerd. Vanuit electoraal standpunt begrijpelijk: de boodschap 'we gaan duurzaam groeien' zal ongetwijfeld meer stemmen opleveren dan 'we gaan goedschiks of kwaadschiks krimpen'.
Kennelijk leest deze partij, die in haar geschiedenis altijd geïnspireerd is geweest door het Rome-rapport 'Grenzen aan de Groei', datzelfde rapport nu als 'kuch-kuch, kuch, kuch, Groei'.
Dan is er nog de colonne van de hippe duurzamen, voor wie de bakfiets meer een lifestyle-keuze dan een serieus vervoermiddel is.
En er is de goed bewapende troepenmacht van het bedrijfsleven, die met steeds luider tromgeroffel haar eigen duurzaamheid verkondigt. Doorgaans bestaan de wapens van deze colonne voornamelijk uit trommels, versterkers en megafoons. Het woord duurzaamheid ligt vooraan in hun blaffende bek, maar als het op bijten aankomt geven ze helaas zelden thuis.
Een mooi voorbeeld van de bij deze groep populaire strategie 'greenwashing' zag ik ooit op een pak melk. Daar stond te lezen: 'Dit is een duurzame verpakking. Je kunt hem recyclen door hem in de open haard te gooien en zo je huis te verwarmen.'
Je kunt maar lef hebben, als melkpakkenfabrikant.
(Voor wie het zich afvraagt: de binnenkant van dit melkpak had gewoon de gebruikelijke plastic coating)
Als er zoveel verschillende stemmen klinken, kan het niet anders of er dient zich een volgende colonne aan: die der verwarden. Gelieve 'verward' hier te beschouwen als een eufemisme. Wie wel eens iemand heeft horen beweren: 'Ik leef heel duurzaam want mijn auto is al twintig jaar oud', die weet wat ik bedoel.
Al deze colonnes bestaan weer uit brigades en detachementen, voorposten en achterhoedes die het hartgrondig met elkaar oneens zijn. Ze hebben ook allemaal argumenten, de een wat overtuigender dan de ander, maar toch: het is een hels karwei om uit te zoeken wie er gelijk heeft.
Een groep waar ik mij in elk geval niet toe zal rekenen is de colonne die het einde der beschaving stiekem als een zegen beschouwt. Dat zijn de mensen die eigenlijk toch al vonden dat het niet helemaal de goede kant op ging met dat hele beschavingsgedoe, en die alle eerder genoemde problemen (peak oil, klimaat, oceanen etcetera ad nauseam) voornamelijk beschouwen als de krachtige hand van Moeder Natuur, die ons vastgrijpt om ons eens te meer aan haar weelderige boezem te drukken, en nu voorgoed.
Deze groep gaat er stiekem van uit dat - als wij maar eenmaal leven volgens het Ritme van de Seizoenen - en als wij nemen wat de Aarde ons geeft, in plaats van te nemen wat we nodig denken te hebben – dat wij dan vanzelf gelukkiger en gezonder zullen worden.
Op het thema 'gezondheid' zal ik voorlopig niet ingaan, maar ik kan nu alvast wel zeggen dat deze leiden behoorlijk ongelijk hebben.
Over het Ritme van de Seizoenen kan ik kort zijn: dat deugt niet. In de winter en de vroege lente is er gewoon nergens vers voedsel te vinden. Ja, in Kenia, en Nieuw Zeeland en dat soort locaties, daar vind je sperzieboontjes en tomaten en paprika's en courgettes en, en, en je kunt het zo gek niet verzinnen. Dat ligt dus ook allemaal in de Nederlandse supermarkten (zolang het vliegverkeer nog vliegt).
Maar als we van Nederlandse verswaren afhankelijk zouden zijn (bijvoorbeeld om dat de kerosine op begon te raken), dan zou het van januari (laatste veldsla) tot april (eerste spinazie) armoe troef zijn. Één en al pompoenen, bonen en aardappelen. Kan heel lekker zijn, maar eind maart, begin april is het allemaal niet meer op zijn best. Of domweg op.
Dan komt daar de nieuwe oogst!
Waar je ook niet bepaald mollig van wordt.
Want wat heb ik de afgelopen twee weken uit mijn tuintje kunnen halen: spinazie en rabarber.
Verser dan ik mijn spinazie vandaag gegeten heb, kun je het nergens krijgen.
In totaal heb ik van een halve vierkante meter (was eerst een hele, maar muizen hebben zich aan mijn jonge aanplant vergrepen) ruim anderhalve kilo gehaald. Niet onaardig, maar als alles wat er tussen jou en een zekere hongerdood instaat 15 ons spinazie is...
De rabarber gaat daar nog ruim overheen, natuurlijk, maar daar moet je van houden. Doen mijn kinderen niet.
Ik wel, al is er één ding dat mij tegenstaat aan rabarber: je voelt het zo aan je tanden, als je ervan eet. Ze gaan ruw aanvoelen, als je er met je tong langs gaat. Alsof het bovenste laagje glazuur van je tanden is weggebeten.
En dat is het ook.
De boosdoener is oxaalzuur, een licht giftig stofje dat niet alleen in rabarber zit, maar ook in... spinazie! Zo merkte ik vandaag.
Kennelijk is oxaalzuur een stofje dat buitengewoon goed past bij de vroege lente. Nou lekker dan. Met je Ritme der Seizoenen.
Zolang je er niet teveel van eet kan het goedje overigens geen kwaad, hoor. Je moet er heel wat van naar binnen werken om last te krijgen van de laxerende werking.
Degenen die zeggen: “maar ik krijg er ook veel van binnen, want ik leef keurig volgens het Ritme der Seizoenen” hoeven ook nog niet in paniek te raken; oxaalzuur is heel makkelijk te neutraliseren. Je voegt gewoon een theelepeltje zuiver krijt toe aan je pannetje met groente. Zuiver krijt haal je bij de betere natuurdrogist – niet zomaar een handje vol schoolbordkrijt nemen! Daar zitten doorgaans niet alleen kleurstoffen in, maar ook allerlei goedjes die moeten voorkomen dat het krijtje teveel stof afgeeft. Dat wil je allemaal niet in je eten.
Van oxaalzuur gaat de boel gemeen schuimen, dat ziet er onaangenaam chemisch uit, maar de gedachte 'dit hadden ook mijn tanden kunnen zijn' maakt veel goed.
Soms moet Moeder Natuur gewoon een chemische schop onder haar kont hebben.

2 opmerkingen:

  1. Als je er even over nadenkt is de Vastentijd ook slim bedacht; er was vroeger rond die tijd toch bijna niets meer te eten en de nieuwe oogst liet op zich wachten.
    Wij hebben trouwens ook net rucola geoogst, lekker voor een salade of een stamppot.

    BeantwoordenVerwijderen
    Reacties
    1. Sterker nog: voor zover ik weet zijn het vooral de Europese Christenen die de vastentijd houden, en komt het in de Midden-Oosterse en Koptische kerken niet voor.
      Dat zou er een aanwijzing voor kunnen zijn dat de vastentijd zich ontwikkeld heeft binnen West-Europese ecosystemen.
      Hoewel ik heen idee heb of in het Middeen-Oosten en Egypte de groeitijden anders lopen. Vermoedelijk wel, als ik zo kijk naar de bordjes met herkomsten in de winkel: boontjes uit Egypte, sla uit Israël...

      Verwijderen