dinsdag 1 mei 2012

Ongezonde groei is ook groei. Nietwaar?

Is de mens een kind van moeder natuur? Of haar vijand? Geen van beide, zou ik zeggen. Nog afgezien van de vraag of moeder natuur wel bestaat, lijken allebei de beweringen een grote misrekening wat schaal betreft. De natuur is, laten we zeggen, vrij groot (hoe je haar ook definieert. In de meest ruime definitie heeft ze een doorsnede van 46 miljard lichtjaar, in de meest nauwe definitie heeft ze nog altijd een gewicht van zo'n 1110 miljard ton.) De mensheid is, in verhouding, best wel klein. Te zeggen dat de mens een vijand is van de natuur, of juist een kind van de natuur, een slaaf of heerser of wat dan ook van de natuur, is vergelijkbaar met de bewering dat één enkele eekhoorn de vijand (vriend, slaaf, meester etc.) zou kunnen zijn van een heel bos. Je zou kunnen tegenwerpen dat de mens, door zijn grote verstandelijke vermogens, een bijzondere plaats inneemt binnen de natuur. Dat zou te vergelijken zijn met diezelfde eekhoorn, die vindt dat hij een bijzondere plaats inneemt in het bos omdat hij zo buitengewoon goed is in het verzamelen van nootjes. Niet alleen zijn wij zo veel kleiner dan de natuur dat we tegen haar geen kans zouden maken, maar we zijn ook een deel van de natuur, zoals een eekhoorn deel is van zijn bos. Een van de nadelen van het veronderstellen van een anthropomorfe, dat wil zeggen mensvormige natuur is dat het deze verhouding onder het tapijt veegt. Als we spreken over 'moeder natuur', of als we aan de natuur wijsheid, voorliefdes of bedoelingen toeschrijven, maken we haar menselijk en daarmee klein. Zelfs wie zegt: 'Moeder natuur is zo groot en zo oppermachtig, dat ze ons zou kunnen vernietigen door het alleen maar te willen,' zelfs wie dát zegt maakt zich schuldig aan hoogmoed. Te denken dat de natuur al dan niet iets van ons zou willen! Het zal de natuur volkomen worst wezen wat wij uitspoken. Wat wij doen is nooit tegen de natuur. Ten eerste omdat 'de natuur' niet bestaat en ten tweede omdat alles wij, met alles wat we doen, deel uitmaken van de natuur. Een chimpansee die een stokje gebruikt om naar mieren te zoeken, die doet niets onnatuurlijks. Een mens die een deeltjesversneller gebruikt om naar Higgs-bosonen te zoeken ook niet. Als alles wat wij doen dan volkomen natuurlijk is, waarom zouden we dan nog een verschil maken tussen biologische en gewone landbouw? Als het vervaardigen en gebruiken van kunstmest of landbouwgif een natuurlijk proces is, wat is er dan op tegen? Die vraag is makkelijk te beantwoorden. Voor het maken van kunstmest is fosfaat nodig. Dat is een eindige grondstof die al aardig opraakt. Bovendien bevat kunstmest naast fosfor vooral stikstof en kalium. Elke plant heeft die drie stoffen nodig in stevige hoeveelheden, en daarom groeien planten zo welig als je er kunstmest op gooit. Maar, helaas helaas, planten hebben méér nodig. Bijvoorbeeld minuscule hoeveelheden ijzer, zink, koper en ook enkele exotischer bewoners van het Periodiek Systeem zoals mangaan, borium en molybdeen. De gevolgen laten zich raden. Met kunstmest sporen we de planten aan te groeien. Daarvoor moeten ze allerlei sporenelementen uit de bodem wegslurpen. Het volgende jaar gooien we er weer kunstmest op, zodat er weer nieuwe voorraden fosfor, kalium en stikstof beschikbaar komen. Maar de voorraden mangaan en zink, die al uitgeput zijn door de weelderige groei van het vorige jaar, hebben we niet aangevuld. Na een paar jaar is gezonde plantengroei onmogelijk geworden. Geeft niets. Ongezonde groei is ook groei, nietwaar? Je kostbare plantjes zijn wel wat minder gezond, en dus bevattelijker voor ziekten en plaagdieren, maar goed, daartegen zijn allerlei handige gifstoffen in de handel. Heel fijn. Het eind van het liedje is dat je grond overhoudt die volledig ontdaan is van de belangrijke sporenelementen (koper, molybdeen etc.), maar die er wel iets voor in de plaats heeft gekregen: restanten van allerhande soorten vergif. Doe dat op zoveel mogelijk landbouwgronden over de hele wereld, en je bent hard op weg naar een voedselcrisis. Liefhebbers van moeder natuur zijn geneigd het menselijk ingrijpen in het algemeen, en de technologie in het bijzonder, de schuld te geven van deze heilloze cyclus. Daar tegenover staat dat we de cyclus pas zijn gaan begrijpen toen we, dankzij ons technologisch vernuft, het bestaan van mangaan en molybdeen achterhaald hadden en de rol van deze en alle andere sporenelementen (ijzer, zink, magnesium etc.) begonnen te doorgronden. Hoera voor de technologie dus: zij heeft ons geleerd dat de methoden van de gangbare landbouw radicaal overboord dienen te worden gegooid. Niet omdat ze onnatuurlijk zijn, maar omdat ze buitengewoon onverstandig zijn. Hoe staat het inmiddels met de technologische ingreep in mijn eigen tuin? Het is maar een zeer eenvoudig stukje technologie, de muizenval, maar het werkt naar behoren. Na een half uur was de stand al één nul in het nadeel van de muizen. Dat tempo hielden we echter niet vast: inmiddels staat het vier nul voor mij. De muizen laten zich niet meer zien. Wat niet wil zeggen dat ze er niet zijn: ik heb het sterke vermoeden dat ze inmiddels aan de spruiten van de koolrabi zijn begonnen. De deugnieten. Gelukkig was ik de koolrabi aan het voorplanten in potjes, dus die kan ik mooi in veiligheid brengen terwijl ik nog een paar knagers naar de eeuwige kaasvelden help. Dat laatste moet overigens soms handmatig gebeuren: in een muizenval, zo heb ik tot mijn afschuw ontdekt, gaat een muis niet in één keer dood. Van de week vond ik een val met een levend, en tamelijk wanhopig, muisje erin. Ik schoof de val met prooi en al achter een plank. Met dat soort nare toestanden hoefde ik niet geconfronteerd te worden, dank je hartelijk. Muizen zijn niet erg stressbestendig, en ik wist dat het diertje redelijk snel een hartaanval zou krijgen en dan zou het aan alle aardse zorgen ontstegen zijn. Laat moeder natuur het vuile werk maar doen! Al snel keerde ik echter op mijn schreden terug. Ik had die toestanden toch zelf veroorzaakt? Nou dan! Dan was het ook mijn taak om te zorgen dat ze niet langer zouden duren dan strikt noodzakelijk. Ik pakte het dichtstbijzijnde tuininstrument en met een flinke tik was het diertje uit zijn lijden verlost. Een klein beetje misselijk was ik er wel van. Maar men dient verantwoordelijkheid te dragen voor zijn eigen handelen. Volgende week een vrolijker onderwerp: de eerste oogst!

Geen opmerkingen:

Een reactie posten