zondag 9 december 2012

De ijskoude feiten

Uitgerekend nu de winter hier serieus werk begint te leveren, komt de bodem van mijn houtvoorraad in zicht. Ik had 2,5 kuub bemachtigd; dat zou genoeg moeten zijn om de lente te halen, hoopte ik. Maar nee. Ik ben blij als ik nog een paar houtjes heb op 31 december, zodat ik er in elk geval in 2012 warmpjes bij zal hebben gezeten.
Op 1 januari ga ik niet plotseling dood van de kou, natuurlijk, want dan zet ik gewoon de verwarming aan. Dat doe ik nu ook al, op dagen dat mijn gezin wel thuis is, maar ik niet; ik ben de stoker bij ons thuis, en als ik de kachel niet aanmaak, dan komt er geen vuur in. Niet dat ik de enige ben die met zijn vingers aan de kachel mag zitten, maar, zoals eerder gezegd: hout stoken is een vaardigheid die je moet leren, en ik heb tot nu toe niet de tijd genomen die vaardigheid door te geven aan mijn gezin.
Fijn dus, dat er verwarming is. Als mijn hout op is, kan ik gewoon beginnen gas te verstoken.
Maar dat wil ik liever niet, want A) gas is een eindige, fossiele brandstof die je spaarzaam zou moeten gebruiken, en voor nuttiger dingen dan de mogelijkheid om in een T-shirt door je huis te dansen terwijl het buiten vriest. En B) het klimaat verandert al genoeg. Trouwens, C: gas kost geld. Ik heb e.e.a. niet precies uitgerekend, maar ik ga ervan uit dat Vimes' Boots Principle ook hier weer opgeld doet, en dat de goedkoopste optie die is, die alleen gebruikt kan worden door het welgesteldere deel van onze bevolking: het deel dat een huis heeft waarin men een houtkachel of open haard kan installeren. En een tuin om 5 kuub hout in op te slaan (dat kan natuurlijk ook in een kelderbox, maar dan moet je wel héél zeker weten dat je houtvoorraad geheel vrij is van boktorren en dergelijk ongedierte). Je kunt wel elke keer dat je wilt stoken een zakje haardhout halen bij de Gamma, maar dat hout is niet alleen schreeuwend duur, het is bovendien in een oven gedroogd, waarmee meteen een eind wordt gemaakt aan iedere mogelijke vorm van energie-efficiëntie.
Trouwens, als je zakjes hout van 10 kilo moet halen bij bouwmarkt of benzinepomp, dan fiets je je het leplazerus, want de hoeveelheden die je moet verstoken om één kamer te verwarmen, die zijn niet mals.
Dat is een groot voordeel van die open haard: dat je aan je spierballen voelt hoeveel energie je verbruikt. Je weet wel dat we teveel verstoken met z'n allen, en dat dat waarschijnlijk ook geldt voor jou persoonlijk, maar pas als je zelf iedere kilojoule hebt versjouwd word je echt met je neus op de ijskoude feiten gedrukt.
Draai ik er in een seizoen zóveel geboomte doorheen? En als ik alles op gas zou stoken, zou ik dan niet een vergelijkbare hoeveelheid prehistorische groeisels verbruiken?
Daar word je wel even stil van.
En die stilte kan ik mooi gebruiken om een bekentenis te doen: Mijn muren zijn niet geïsoleerd. Mijn ramen wel, en mijn vloer, en mijn dak, maar toen het erop aankwam de muren te doen, keek in nog eens in mijn portemonnee en ik dacht: mwoah, nu maar even niet, dat gaat me minstens 2000 euro kosten, ik doe dat volgend jaar wel, of het jaar daarna, als ik het geld heb.
Maar als je voor de zevende keer op één zondag een emmer hout uit de opslag aan het halen bent, dan drijven je gedachten onwillekeurig in de richting: ach, tweeduizend euro, hoeveel is dat nou? Afgezet tegen, bijvoorbeeld, drie keer minder (per dag) de vrieskou in lopen om hout te halen?
Gelooft u mij: de investering lijkt opeens een stuk minder onoverkomelijk.
Om nog maar te zwijgen van enkele andere simpele trucs om warm te blijven zonder te stoken, waarover ik volgende week te spreken zal komen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten