zaterdag 2 februari 2013

Het Hongergat

Voordat het een manager-codewoord was voor 'probleem', of meer specifiek voor 'toestand op de werkvloer waar jij, als werknemer, een hekel aan hebt maar die ik, als manager, toch ga veroorzaken', betekende het woord 'uitdaging' dat iemand je opriep tot een gevecht of een wedstrijd.
Af en toe is het, helaas, nodig dit soort dingen hardop uit te spreken als we onze geestelijke gezondheid willen bewaren in een samenleving waar het managment-wezen zich, als koudvuur, een weg naar binnen vreet.
Dus als ik vandaag schrijf over een uitdaging, beste lezer, hoop ik dat u begrijpt dat ik het niet wil hebben oven een probleem waarmee ik mezelf geconfronteerd zie, en ook niet over een probleem waarmee ik u confronteer; ik heb het over een vriendschappelijk wedstrijdje dat ik met u wil aangaan.
Een wedstrijdje dat gaat over eten van het seizoen - dat vind ik nu eenmaal interessant.
Het geval wil namelijk dat wij het Hongergat beginnen te naderen. Ik heb geen idee of dit een bona fide Nederlands woord is, overigens; het is een vertaling van het Engelse 'hunger gap', waarmee die periode van het jaar wordt aangeduid dat er geen voedselgewassen van het veld komen en de voorraden van het vorige jaar beginnen op te raken. We zijn er nog niet helemaal, strikt gesproken: gisteren heb ik nog een aardige hoeveelheid prei gestoken, in de voortuin staat nog een restje veldsla en in volkstuintjes kunnen we hier en daar nog boeren- en spruitkool zien staan.
Overigens: wie zich afvraagt hoe gehate groenten als spruitjes en spinazie zich zo diep in het Nederlandse menu hebben kunnen nestelen, kan hierin het antwoord vinden; spruitjes zijn, in ons klimaat, oogstbaar tot in maart, en spinazie is te plukken vanaf april. De enige reden dat deze twee groenten in veel huishoudens tot het verleden zijn gaan behoren is dat we inmiddels krankzinnige hoeveelheden energie steken in het consumeren van voedsel dat geproduceerd is op een ander halfrond, of dichterbij maar in een warmgestookte kas.
Wie duurzaam wil eten, laat echter de verse kas-tomaten en de Keniaanse sperzieboontjes links liggen. Die zit dus vast aan de traditionele, 'vieze'groenten.
Om heel eerlijk te zijn: van spinazie weet ik nog wel het een en ander te maken, maar als het op spruitjes aankomt gooi ook ik de handdoek al snel ik de ring.
Gelukkig zijn er ook nog de traditionele bewaargroenten: groenten die, ook buiten het vriesvak, lang houdbaar zijn en tot ver in het voorjaar gegeten kunnen worden met een minimaal verlies aan smaak en voedingswaarde. Denk aan pompoen, bieten, winterwortelen, bruine bonen en dergelijke.
Aangezien deze groenten zonder extra verbruik van energie bewaard kunnen worden tell ik ze even mee als seizoensgroenten. Dat verbreedt de mogelijkheden om van het seizoen te eten aanmerkelijk, maar in vergelijking met wat we in de supermarkt kunnen vinden blijft het een smalle basis voor een smakelijk en gevarieerd menu.
Wie duurzaam wil eten, moet het seizoensvoedsel weer terug op zijn menu zien te wurmen. Dat is geen sinecure: we zijn gewend geraakt aan lekker en makkelijk eten. Althans, dat geldt voor mijn gezin. De een lust geen enkele kool behalve bloemkool, de ander houdt niet van stamppot of soep, een derde niet van bonen... kortom: vrijwel het gehele Nederlandse wintermenu kan bij ons op woedende protesten rekenen.
Aangezien mijn kinderen binnen mijn kennissenkring beschouwd worden als bikkels die zelden zeuren, vermoed ik dat er gezinnen zijn waar het nog minder makkelijk zal zijn om een seizoensmenu samen te stellen.

Het wordt zo langzamerhand tijd om op de proppen te komen met de aangekondigde uitdaging.
Welnu: ik heb mezelf ten doel gesteld één seizoensgroente te kiezen en die een week lang elke dag op het menu te zetten. Zonder dat het gezin reden heeft tot klagen of protesteren, en zonder twee keer hetzelfde gerecht te serveren.
Ik heb het mezelf makkelijk gemaakt en een lekkere, veelzijdige groente genomen: de winterwortel. Deze week eten wij dus:
Wortels gestoofd in Balsamico-azijn, Wortelsalade, Hartige groentenmuffins (voor groenten lees wortel), Roergebakken wortel met gember en mosterdzaad, Hartige taart met wortels en cashewnoten, Wortel-thijmrisotto en Pannenkoeken.
Voor wie het zich afvraagt: jazeker, ik bak pannenkoeken met een Geheim Ingrediënt, dat zorg draagt voor een prachtige goudgele kleur en bovendien de pannenkoeken, toch al rijk aan eiwitten én vetten én zetmeel nog wat verder de Schijf van Vijf op duwt.
Let wel: dit is niet álles wat ik de komende week eet: ik eet so wie so elke dag twee verschillende groenten, dus er blijft nog genoeg te variëren over.

Mijn uitdaging aan u: neem een wintergroente en zet die een week lang elke dag op het menu, zonder dat uw gezin gaat klagen en zonder het twee keer op dezelfde manier te bereiden. Als u een makkelijke groente kiest, zoals winterwortel of pompoen, dan staan we quitte. Neemt u iets moeilijks zoals spruitjes of boerenkool, dan wint u.
U wint ook als u zeven gerechten bedenkt die op een energiezuinige manier kunnen worden bereid, bijvoorbeeld in de hooikist, want daar ga ik nog een beetje de mist in. Jammer maar helaas; wie moeilijk doet over zijn eerste stap, die komt nooit ergens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten